Tandverzorging
Zoals bij de mens vraagt het gebit van onze huisdieren de nodige zorgen.
Belangrijk bij het gebit is dat men ten eerste preventief gaat werken en ten tweede dat het gebit regelmatig gecontroleerd wordt door de dierenarts.
Om tandproblemen te voorkomen, ga je dus best preventief te werk door verschillende zaken te combineren: poetsen van de tanden, goede droge voeding, speciale kauwstrips en mondspoelingen te geven/gebruiken. Al deze producten zijn te verkrijgen in de praktijk.
Bij honden gaan we de meeste tandproblemen zien bij de kleinere hondenrassen maar het kan ook bij de grote, vaak is de klacht een stinkende adem (! Let wel op , een stinkende mondgeur kan ook nog vele andere oorzaken hebben).
Door de aanwezigheid van tandplaque of tandsteen gaat het tandvlees mettertijd gaan onsteken en zo kan ook de wortel en het bot waarin de tand zit aangetast worden. Als men hier niets aan laat doen gaat die infectie via daar naar het hart, de nieren en de lever en ook deze aantasten.
Eenmaal er tandsteen gevormd is , kan men dit niet meer verwijderen door te gaan poetsen maar moet dit door de dierenarts verwijderd worden.
Verwijderen van tandsteen/Reiniging van de tanden = detartratie. Dit gebeurd onder volledige verdoving en met een speciaal ultrason toestel.
Naast de hond zien we ook bij de kat veel tandproblemen. Bij de kat kan dit ook vaak een indicatie zijn voor een andere onderliggende ziekte, dus grondig onderzoek is steeds nodig.
Bij konijnen gaan we ook vaak problemen zien. Vaak is de klacht dat de dieren niet meer goed eten en speekselen.
De snijtanden en de kiezen van konijnen groeien heel hun leven door. Als die tanden niet mooi op elkaar staan, gaan deze niet gelijkmatig afslijten en dan krijgen we problemen.
Doorgroei van de snijtanden, noemen we olifantstanden, die moeten bijgevijld worden en soms worden ze zelf getrokken onder volledige verdoving.
Op de kiezen kunnen we punten gaan krijgen die wondjes gaan veroorzaken in de mond van het konijn, wat pijnlijk is en deze dieren gaan dus ook niet meer goed eten. Deze punten moeten ook onder verdoving verwijderd en bijgevijld worden. Dit probleem zien we ook vaak bij de cavia en chinchilla.
